Vierogen principe


Inleiding

In 2010 is bij een kinderdagverblijf in Amsterdam een groot zedendelict gepleegd. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft de Commissie Gunning de opdracht gegeven onderzoek te doen en te komen met aanbevelingen. De Branchevereniging kinderopvang en Boink (Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang) hebben een groot aantal aanbevelingen van Gunning overgenomen en verwerkt in een herzien Convenant Kinderopvang. Dit herziene Convenant is inmiddels door het ministerie van SWZ verwerkt in wetgeving. Het onderdeel ‘vier ogen principe’ treedt in werking per 1 juli 2013 en kan vanaf dat moment ook door de GGD-en geïnspecteerd worden.
Deze notitie geeft inzage in de uitwerking van het vier ogen principe op kinderdagverblijven van Speel@Home Kinderopvang.

Wat wordt bedoeld met het vier-ogen principe?

De definitie zoals opgenomen in de wetgeving: de houder van een kindercentrum organiseert de dagopvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan, zolang maar op elk moment een andere volwassene demogelijkheid heeft om mee te kijken of luisteren.

Richtlijnen voor de uitvoering:

  • De uitvoering van het 4-ogen en oren principe moet pedagogisch verantwoord en bedrijfseconomisch haalbaar zijn;
  • De wijze waarop invulling wordt gegeven dient opgenomen te worden in het pedagogisch beleidsplan;
  • Ouders en oudercommissies worden jaarlijks geïnformeerd over de invulling van het 4-ogen principe op hun locatie. (dit gebeurt via de vergadering van de oudercommissie en is tevens zichtbaar op onze website.

Naast praktische oplossingen om meekijken en meeluisteren mogelijk te maken vindt Speel@Home Kinderopvang vooral ook ‘de gedachten achter’ het principe van belang. We moeten werken aan een professioneel en open werkklimaat. Het is belangrijk om met elkaar te overleggen, elkaar te coachen en feedback te geven. Regels kunnen helpen, maar het gedrag eromheen telt minstens zo zwaar. Eerlijkheid tussen medewerkers en ouders is belangrijk.
Jaarlijks wordt er aandacht geschonken aan de beroepshouding. In verschillende overlegvormen; zoals teamoverleg of functioneringsgesprekken komt dit ter sprake. Het gaat daarbij om ‘open’ samen te werken met collega’s. Medewerkers moeten zich vrij voelen om collega’s aan te spreken op ongewenst gedrag. Mocht een medeweker ergens geen goed gevoel bij hebben moeten zij dit direct bij collega of leidinggevende kunnen melden.

Algemene uitwerking vier-ogen principe

De kinderdagverblijven van Speel@Home Kinderopvang bevinden zich in gebouwen waar zich ook buitenschoolse opvang groepen en peuteropvanggroepen bevinden en waar ook andere gebruikers zich in het gebouw bevinden.
De groepen en verschoonruimtes zijn voorzien van ramen die directe inkijk vanuit andere ruimtes mogelijk maken.
Met verschillende partijen is afgesproken, dat zij willekeurig de groep binnenlopen. Hier is ook een getekend document van aanwezig op de groepen, ondertekend door de verschillende partijen.
Het tijdstip dat de partij de groep binnen komt, wordt in de agenda genoteerd en een handtekening van de partij die binnen komt.

De leidinggevende kan dagelijks onaangekondigd de diverse groepsruimtes binnen lopen (zonder hierbij de groepsrust te verstoren). De leidinggevende coacht leidsters op de werkvloer en observeert regelmatig op de groepen. Dit gebeurt deels aangekondigd maar grotendeels onaangekondigd.

Op tijdstippen aan het begin en eind van de dag is het mogelijk dat er een medewerker op de groep aanwezig zonder dat er nog collega’s in het gebouw aanwezig zijn. Dat zijn momenten waarop ouders regelmatig in en uit lopen om hun kind(eren) te brengen of halen.

De aanwezigheid van collega’s of andere organisaties in het gebouw en de inloop van ouders maakt dat over de gehele dag de mogelijkheid bestaat dat een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of luisteren.
Het onvoorspelbare karakter van de momenten waarop collega’s of anderen langs kunnen lopen of binnen kunnen lopen verkleint het risico dat iemand zich onbespied of niet gecontroleerd zou kunnen voelen. Dit ontmoedigt het ongewenste gedrag..

Specifieke punten om toezicht op elkaar te vergroten

Op groepen waar het leidsterkindratio het toelaat om met één pedagogisch medewerker te draaien worden regelmatig stagiaires ingezet.
Om de transparantie te vergroten mogen ramen niet dichtgeplakt worden met werkjes of aankondigingen.
Om ruimtes overzichtelijk te houden vanaf buiten wordt hier bij de inrichting rekening mee gehouden.
Op slaapkamers wordt met babyfoons gewerkt die in de groepsruimte aanstaan.

Tijdens uitstapjes:

Gaan pedagogisch medewerkers (of pedagogisch medewerkers en een volwassene en/of een stagiair ) bij voorkeur minimaal met zijn tweeën op pad met een kleine groep kinderen. Als pedagogisch medewerkers alleen met een groepje kinderen op pad gaan, dan is dit een vaste pedagogisch medewerker die werkzaam is op de locatie, en dan is dit in een omgeving waar sociale controle aanwezig is van andere mensen. ( Bijvoorbeeld bakker, kinderboerderij, etc.)

Ten aanzien van een open aanspreekcultuur:

  • Is het de afspraak dat wij elkaar durven aanspreken.
  • Wordt de Meldcode Kindermishandeling regelmatig besproken tijdens een teamoverleg.
  • Kan bij twijfel of bij een onderbuikgevoel de leidinggevende benaderd worden.

Ten aanzien van signaleren:

Is bij de pedagogisch medewerkers de Meldcode, dit is een handleiding voor vroegtijdige signalering van kindermishandeling, inclusief signaleringslijst geïmplementeerd en zetten zij dit waar nodig in. Bij vermoedens of signalen schakelen zij de direct de leidinggevende in.

Achterwacht:

Er moet volgens de wet altijd ter ondersteuning ten minste één andere volwassene als achterwacht in het kindercentrum aanwezig. (Of op afroep binnen 15 minuten aanwezig kunnen zijn, dit is de wettelijk gestelde aanrijtijd van bv een ambulance.)
Voor alle locaties is achterwacht geregeld.

Drie-uursregeling:

Voor de flexibiliteit in de organisatie is het mogelijk dat in de dagopvang ten hoogste drie uur per dag (niet aaneengesloten) minder beroepskrachten worden ingezet dan volgens de leidster-kind ratio is vereist, maar nooit minder dan de helft van het benodigde aantal pedagogisch medewerkers. Is er in zo’n situatie slechts één pedagogisch medewerker in het kindercentrum, dan is er ter ondersteuning ten minste één andere volwassene als achterwacht in het kindercentrum aanwezig. Afwijken van de vereiste leidster-kind ratio is niet toegestaan tussen 9.30 en 12.30 uur en tussen 15.00 en 16.30 uur. Vóór 9.30 uur en na 16.30 uur mag de afwijking van de leidster-kind ratio niet langer duren dan anderhalf uur aaneengesloten en in de pauzeperiode tussen 12.30 en 15.00 uur niet langer dan twee uur aaneengesloten. Dit alles met een maximum van drie uur per dag.

Het beleid van het vier-ogen principe is op alle locaties aanwezig, hierin wordt per locatie het vier-ogen beschreven en de achterwacht wordt hierin beschreven.